In België wordt aangeraden om minstens vanaf 25 jaar minstens driejaarlijks uitstrijkjes te laten nemen. Deze cellen worden in het laboratorium, na een speciale bewerking, onder een microscoop onderzocht. Als er abnormale cellen gevonden worden, zal de behandelende arts contact met u opnemen om aanvullende onderzoeken uit te voeren en eventueel tot een behandeling over te gaan.
De gynaecoloog bekijkt de baarmoederhals dan grondig met een speciale microscoop waarmee kleine afwijkingen en tekenen van beginnende ontaarding kunnen worden opgemerkt (deze onderzoekstechniek heet colposcopie). Indien nodig kan ook een klein weefselfragmentje van deze afwijkende zone afgenomen worden voor verder onderzoek (biopsie).
Lees verder onder de foto.
Meest gestelde vragen:
- Wanneer afwijkingen in de baarmoederhals behandelen?
- Hoe afwijkingen in de baarmoederhals behandelen?
- Welke nazorg na de behandeling van de baarmoederhals?
Wanneer afwijkingen in de baarmoederhals behandelen?
Wanneer het colposcopisch onderzoek en/of de biopsie een voldoende belangrijke afwijking (hooggradig letsel - CIN 2-3) bevestigen is het aangewezen om dit te behandelen. Zoniet kunnen dergelijke letsels in de loop van jaren evolueren naar kwaadaardigheid (baarmoederhalskanker). De behandeling is dus louter preventief om verergering te voorkomen.
Hoe afwijkingen in de baarmoederhals behandelen?
De behandeling van afwijkingen in de baarmoederhals is vrij eenvoudig en gebeurt onder plaatselijke verdoving op de consultatie gynaecologie. Een verblijf in het ziekenhuis is daarvoor dus niet noodzakelijk. U kan na de ingreep, wanneer u zich goed voelt en geen bloedverlies heeft, naar huis.
Met een klein elektrisch lusje wordt de afwijkende zone van de baarmoederhals verwijderd. Deze techniek heet LEEP-conisatie. Dit kan eventjes onaangenaam zijn, maar neemt slechts enkele seconden in beslag. Het verwijderde fragmentje weefsel wordt opnieuw onderzocht om zekerheid te hebben over de volledigheid van de behandeling.
Deze ingreep gebeurt bij voorkeur in de week na de menstruatie. De ingreep kan best niet plaatsvinden net voor of tijdens de menstruatie, bij een infectie van vagina of baarmoederhals of tijdens de zwangerschap (tenzij in uitzonderlijke omstandigheden).
Welke nazorg na de behandeling van de baarmoederhals?
U ervaart meestal weinig tot geen pijn. Bloedverlies (hoeveelheid zoals bij een menstruatie) is mogelijk. Gebruik hiervoor maandverband en geen vaginale tampons.
Na de behandeling zijn seksuele betrekkingen en het gebruik van tampons gedurende drie weken niet toegelaten. Ook zwemmen in een openbaar zwembad of zeewater kan u beter vermijden.
Een eerste controle van het uitstrijkje wordt gepland na 6 maanden. Daarna blijft de opvolging ook belangrijk.