Onderzoeken
Naast de ondervraging en het fysisch onderzoek tijdens de reumatologische consultatie, maken we gebruik van onderzoek zoals:
- Laboratoriumonderzoek
- Radiografie
- Echografie
- Echocardiografie
- CT-scan
- FDG-PET/CT scan
- MRI-scan
- Skeletscintigrafie (botscan)
- Botdensitometrie (botmeting)
- Cappillaroscopie
- Oogonderzoek
- Biopsie
Laboratoriumonderzoek
Laboratoriumonderzoek heeft nut bij de diagnosestelling, bij bepaling van de ziekteactiviteit en ernst van de ziekte, bij het monitoren van het ziekteproces en de effecten van de behandelingen.
Radiografie (RX)
Rƶntgenstralen of RX-stralen worden door bepaalde weefsels in het lichaam tegengehouden. Stralen die door het lichaam gaan, worden gebruikt om een beeld te maken van weefsels: het rƶntgenbeeld. Opsporen van mogelijke tekenen van ontstekingen aan de botstructuren en longen is van groot nut zowel bij de diagnosestelling van ontstekingsreumaās en systeemziekten, als bij monitoring van ziekteproces en effecten van de behandelingen.
Echografie
Geluidsgolven tonen een beeld van organen, spieren en andere structuren door de weerkaatsing op overgangen tussen zachte en hardere structuren. Deze metode wordt aanvullend gebruikt meestal voor het stellen van diagnose van weke-delen reuma en soms voor echogeleide infiltratie.
Echocardiografie
Een echocardiografie (echo) is een pijnloos onderzoek om afwijkingen van het hart op te sporen. Door een stift over de borstkas te bewegen wordt uw hart door ultrasone geluidsgolven in beeld gebracht. Echocardiografie bij ontstekingsreumaās en systeemziekten heeft nut voor het opsporen van eventueel vocht in het hartzakje en op de longen, functie van de harkammers, werking van hartkleppen, opsporen van hartklepontsteking en pulmonale hypertensie.
CT-scan (computer tomografie)
Deze onderzoekstechniek maakt gebruik van rƶntgenstraling, waarvoor elk weefsel van ons lichaam zijn eigen dichtheid heeft. De computer verwerkt de opgevangen signalen om in 3-dimensionale beelden. Soms is het nodig om een jodiumhoudend product in te spuiten dat het contrast tussen de aangetaste en de gezonde weefsels goed zichtbaar maakt. De CT-scan wordt gebruikt voor opsporen van longaantasting bij reumatische ontstekingsziekten en aantasting van grote bloedvaten bij vasculitis.
FDG-PET/CT-scan
PET- en CT-scan waarbij een radioactief gemerkt suiker (FDG of fluorodeoxyglucose) wordt ingespoten om verschillende soorten aandoeningen, zowel kwaadaardige en infectieuze letsels, als letsels van ontstekingen in beeld te brengen. Deze methode is belangrijk in het opsporen van reumatische aantasting van aorta (grote lichaamsslagader) en aftakkingen van aorta bij bv. polymyalgia rheumatica (PMR), temporalis artreritis en ziekte van Takayasu.
MRI-scan (magnetic resonance imaging)
In het magneetveld wekken korte radiogolven signalen op in het lichaam. De computer verwerkt deze signalen tot allerlei doorsneden en kan onderzochte weefsels van de lichaamsregio in beelden omzetten. Deze methode kan in aanvulling op RX-onderzoek een kenmerkende ontsteking van het bekken bij spondyloartritis opsporen.
Skeletscintigrafie (botscan)
Het wordt gebruikt om verschillende aandoeningen van het skelet op te sporen en werkt met afbeeldingen via een ingespoten speurstof (tracer) gevolgd door een SPECT-scan. Bij een skeletscintigrafie kan het hele lichaam onderzocht worden.
Botdensitometrie (botmeting)
Botdensitometrie (DEXA) is een onderzoek waarbij de dichtheid van het bot in de onderrug en de heup wordt gemeten. Een botdensitometrie spoort osteoporose (botontkalking) op en geeft een schatting over het risico op botbreuken.
Cappillaroscopie (nagelriemonderzoek)
Met capillaroscopie worden de vorm en het aantal bloedvaatjes van de nagelriem van uw vingers onderzocht met een apparaatje dat beeld op een laptop brengt. Deze methode is belangrijk bij klachten van Raynaud om vroege kenmerken van een systeemziekte sclerodermie op te sporen.
Oogonderzoek
Wordt aangevraagd bij bepaalde ontstekingsreumaās en systeemziekten om eventuele verschijnselen van ontsteking op te sporen.
Biopsie
Soms is voor het stellen van een diagnose een onderzoek van het weefsel nodig. Bij biopsie wordt, onder verdoving, een klein stukje weefsel (huidbiopt, lipbiopt, klierbiopt, nierbiopt etc) weggenomen voor onderzoek onder microscoop.