Atypische eetstoornissen
Binnen de Eetkliniek worden ook kinderen met atypische eetstoornissen geholpen. Ze hebben veel, maar niet alle, symptomen van een typische eetstoornis. Dat wil niet zeggen dat ze niet geholpen of begeleid moeten en kunnen worden om de eetstoornis te overwinnen.
In tegenstelling tot bij de typische eetstoornissen (anorexia nervosa, boulimia nervosa) is er bij de atypische eetstoornissen een gelijke verdeling over beide geslachten.
- Selectieve eetstoornis
- Restrictieve eetstoornis
- Verminderde eetlust ten gevolge van depressieve toestand/emotionele problemen
- Functionele dysfagie (slikstoornis)
- Fobie geassocieerd met een beperkte voedselinname
Selectieve eetstoornis
Kinderen of jongeren met een selectieve stoornis eten slechts een beperkt aantal voedingswaren en weigeren halsstarrig om niet-gekend voedsel uit te proberen. Dit kan jaren aanwezig zijn, zonder dat er een gestoorde gedachtegang rond gewicht en lichaamsbeeld aanwezig is. Vaak zijn het gewicht en de lengte normaal.
Een selectieve eetstoornis kan versterkt worden door de reacties van ouders en omgeving, die uiteindelijk té veel aandacht aan het eetmoment toekennen en/of té sterk meegaan in het selectief eetpatroon door bijvoorbeeld telkens hetzelfde klaar te maken voor het kind.
Behandeling bestaat meestal uit pedagogische adviezen in combinatie met gedragstherapie van de patiënt.
Een selectieve eetstoornis kan deel uitmaken van een autismespectrumstoornis, wat vanzelfsprekend een ander probleem betekent.
Restrictieve eetstoornis
Kinderen of jongeren met een restrictieve eetstoornis hebben een beperkte voedselinname. Het gaat hier meestal om kleine, tengere kinderen en dit sinds kleuterleeftijd. Er is geen gestoorde gedachtegang rond gewicht en lichaamsbeeld, noch bestaat er ander specifiek abnormaal eetgedrag. Zij eten alles, doch in kleinere hoeveelheden.
Zolang zij hun ontwikkelingscurve blijven volgen, is begeleiding niet noodzakelijk. Wanneer de curve afbuigt of stilstaat, is een zoektocht naar onderliggende uitlokkende factoren (zoals stress, verdriet, spanningen …) aangewezen, evenals bijsturing van het eetgedrag.
Verminderde eetlust ten gevolge van depressieve toestand/emotionele problemen
De verminderde eetlust is bij deze kinderen of jongeren een symptoom van een klinische depressie en gaat meestal gepaard met gewichtsverlies. Er zijn geen gestoorde gedachten rond gewicht en lichaamsbeeld, wel is er eetlustverlies.
Functionele dysfagie (slikstoornis)
Hier gaat het om kinderen of jongeren met angst om te slikken en hierdoor te stikken. Vaak ligt een oorzakelijk trauma aan de basis (bv. verslikking in een broodkorst). Dit kan specifiek gaan over de voeding waarin het kind bijna gestikt was, maar kan ook generaliseren naar een ruimer voedingsaanbod.
Er zijn geen gestoorde gedachten rond het gewicht en het lichaamsbeeld. Deze kinderen zijn vrij angstig, wat zich uit op alle vlakken. Een té sterke afhankelijkheid van één of beide ouders kan aanwezig zijn.
Fobie geassocieerd met een beperkte voedselinname
Kinderen of jongeren met een fobie geassocieerd met een beperkte voedselinname, hebben een fobie ten aanzien van specifieke voedingswaren. Ook kunnen ze een fobie hebben ten aanzien van braken of diarree, waardoor ze vermijdingsgedrag vertonen om dit te voorkomen.