Vergeet de AirTag: in het UZ Brussel hebben ze de HeartFailure tag

Hartfalen is bij 65-plussers de meest frequente oorzaak van een ziekenhuisopname, maar als je tijdig ingrijpt kan je die nochtans vermijden. Klinkt logisch, maar cardiologen hebben niet altijd de tijd of de capaciteit om elke patiënt op elk moment strikt op te volgen. En dus werkt het UZ Brussel sinds enkele jaren met een team van gespecialiseerde hartfalenverpleegkundigen.

Taggen

Hartfalen is het gevolg van verschillende hart- en vaatziekten. Doorgaans onderscheiden we twee grote vormen. Enerzijds heb je hartfalen door een verzwakte pompfunctie, anderzijds door een verstijving van de hartspier. “Maar een hartfalenpatiënt zien we niet alleen op de dienst Cardiologie”, zegt prof. dr. Verbrugge. “Soms moet de patiënt een ingreep ondergaan die niets met het hart te maken heeft, maar er wel een impact op kan hebben. Daarom willen we in het UZ Brussel deze patiënten op elk moment goed opvolgen. Onze vijf hartfalenverpleegkundigen spelen hierin dus een cruciale rol.”

Als een cardioloog vandaag de diagnose van hartfalen stelt, dan krijgt die patiënt een tag in het dossier. Dat is een soort vlaggetje als vermelding in het dossier. Dit is voor de hartfalenverpleegkundigen een signaal om een zorgprogramma te activeren. “In principe gaan patiënten met hartfalen jaarlijks of twee maal per jaar naar de cardioloog”, stelt Slowack. “Maar soms komen ze dus voor een ander probleem op een andere dienst terecht. Daarom checken we elke dag de opnamelijst om eventueel getagde patiënten op te volgen die zijn opgenomen voor een geplande ingreep of die ongepland in het ziekenhuis belanden met een medisch probleem.”

De hartfalenverpleegkundigen kunnen zien waar deze patiënten zich in het ziekenhuis bevinden en gaan dan langs voor een opvolging. Als ze voor een ingreep hun hartmedicatie moeten stopzetten, dan zorgen de hartfalenverpleegkundigen dat ze na hun ingreep het ziekenhuis niet verlaten zonder dat de oorspronkelijke medicatie opnieuw is opgestart. Ook voor de ingreep kunnen ze al voor voedingstips langsgaan of richtlijnen geven bij een infuus.

Autonome zorg

Laagdrempelig is het codewoord als het over hartfalen gaat. Het grote succes van het taggen is dan ook dat de cardioloog er in de eerste plaats niet in tussenkomt. “Onze hartfalenverpleegkundigen kunnen veel zelf uitvoeren”, zegt prof. dr. Verbrugge. “De meeste patiënten vereisen een eenvoudige vorm van zorg. Daarvoor kunnen ze terecht bij de hartfalenverpleegkundigen. Bij complexere problemen is er overleg met de algemene cardioloog of hartfalenspecialist. Enkel de moeilijke gevallen sturen ze rechtstreeks door naar de specialist. Op die manier heeft de cardioloog meer tijd voor complexere cardiale pathologie en is finaal onze globale zorg ook beter.”

Minder ziekenhuisopnames

Per dag bezoeken de hartfalenverpleegkundigen gemiddeld een tiental patiënten die verspreid liggen over verschillende diensten. Met een dergelijke aanpak maakt prof. dr. Verbrugge zich sterk dat je van bijvoorbeeld drie ziekenhuisopnames per jaar naar één opname om de twee jaar gaat. “We zitten in de opstartfase nu. We hebben onszelf vijf jaar de tijd gegeven om een performante structuur op poten te zetten. Die is bijna rond. Binnenkort moeten we dus eens durven terugkijken naar de feitelijke impact op de patiëntenzorg in ons ziekenhuis.”

Veel patiënten zijn lovend over de laagdrempelige samenwerking met de hartfalenverpleegkundigen. “We zijn toch makkelijker bereikbaarder dan een cardioloog die vaak bezig is met consultaties of technische onderzoeken”, meent Slowack. “Als een patiënt bijvoorbeeld vocht ophoudt, dan kan die ons bellen en dan bespreken we intern hoe we de medicatie kunnen aanpassen. Soms zijn patiënten dan na drie of vier dagen al beter. Die korte wachttijd is een groot pluspunt. Ze kunnen niet altijd twee weken wachten op een consultatie.”

Voor meer info, contacteer het Centrum voor Hart & Vaatziekten telefonisch op 02 477 60 09 (op weekdagen van 8 tot 17.30 uur) of via e-mail balieCHVZ@uzbrussel.be.