Eiceldonatie: vrouwen staan open voor donatie, maar duidelijkheid over anonimiteit is cruciaal
29 januari 2025Uit een bevraging door onderzoekers van Brussels IVF, het centrum voor reproductieve geneeskunde van het UZ Brussel, blijkt dat 1 op 5 van de respondenten bereid is om eicellen te doneren. Altruïsme is hiervoor de belangrijkste motivator. De onduidelijkheid over anonimiteit is dan weer één van de redenen om dit niet te doen. Er werd geen significant verband gevonden tussen persoonlijke kenmerken (zoals inkomen en opleiding) en de bereidheid om te doneren. De bevindingen van de studie tonen aan hoe belangrijk het is om wereldwijd voorlichtingsprogramma's op te zetten die de bewustwording en transparantie rond eiceldonatie vergroten. Er is ook nood aan een duidelijke wetgeving die bezorgdheden rond anonimiteit bij donatie kan wegnemen voor zowel donoren, wensouders als kinderen. De resultaten van de bevraging werden gepubliceerd in het Journal of Assisted Reproduction and Genetics.
Hoewel spermadonatie al een hele tijd ingeburgerd is, kent eiceldonatie meer uitdagingen, onder andere door de meer invasieve aard van de procedure. Wensouders doen beroep op eiceldonatie omwille van bijvoorbeeld vervroegde menopauze of een genetisch probleem. Ook de latere leeftijd waarop vrouwen zwanger worden kan een impact hebben. De vraag naar donoreicellen neemt toe, maar het aanbod blijft klein.
Twijfel over eiceldonatie
19% van de respondenten gaf aan om zelf eicellen te willen doneren. 39% twijfelde, vooral wanneer het gaat over anonieme donatie. Op de vraag of ze eicellen zouden doneren aan gekende wensouders, waren de reacties positiever: 41,2% zei ja, 26% zei nee, en 33% bleef onzeker. Persoonlijke kenmerken zoals inkomen, opleiding, leeftijd, relatiestatus of kinderwens beïnvloeden de bereidheid tot donatie niet significant.
Belang van anonimiteit
52,3% van de respondenten gaf aan zich zorgen te maken over het ontbreken van garanties rond anonimiteit in de toekomst. Een groot deel van de deelnemers stond positief tegenover het delen van hun identiteit aan de wensouders. Toekomstig contact met nakomelingen of de ouders bleek echter een gevoelig punt. Op de vraag of ze contact door het koppel zouden toestaan, antwoordde slechts 13% ja. Als het contactverzoek van het kind zelf kwam, reageerde een kleine minderheid 9% positief.
Prof. dr. Christophe Blockeel, fertiliteitsarts: “Duidelijkheid rond anonimiteit blijkt van doorslaggevend belang voor de respondenten om donatie te overwegen. In landen zoals België is donoranonimiteit vandaag wettelijk gegarandeerd, maar de beschikbaarheid van genetische tests en (commerciële) databanken maakt dit in de praktijk moeilijk te handhaven. Dit aspect is een belangrijk aandachtspunt voor toekomstige beleidsmaatregelen en wetgeving rond donorprogramma’s.”
Altruïsme als belangrijkste motivator
Solidariteit bleek de belangrijkste motivatie voor eiceldonatie: 86,6% wilde anderen helpen, of voelde empathie voor koppels met een kinderwens in hun netwerk. Persoonlijke voordelen, zoals een onkostenvergoeding, gratis medische opvolging of bevestiging van de eigen vruchtbaarheid, speelden nauwelijks een rol.
Ondersteuning en begeleiding bleek wel een significante rol te spelen voor, tijdens en na het proces. Maar liefst 69% gaf aan psychologische begeleiding nodig te hebben als ze zouden doneren.
Britt Schoonjans, hoofdvroedvrouw en onderzoeker: “Met deze bevindingen willen we niet alleen de kennis over eiceldonatie vergroten, maar ook de psychologische aspecten van donorschap onder de aandacht brengen. De resultaten van de studie laten zien hoe belangrijk het is om wereldwijd voorlichtingsprogramma's op te zetten die meer bewustzijn en openheid creëren over eiceldonatie.”
Over het onderzoek
Van februari 2023 tot april 2023 werd een kwantitatief, epidemiologisch, cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd. Een anonieme digitale vragenlijst werd verspreid onder jonge vrouwen (21-30 jaar) die in België wonen. Het onderzoek omvatte sociodemografische gegevens, kennis over de procedure, compensatie, persoonlijke houdingen, motivaties en percepties over de garantie van anonimiteit.
In totaal vulden 390 vrouwen de online vragenlijst in, waarvan 9,7% halverwege stopte. 352 onder hen rondden de volledige vragenlijst af. De gemiddelde leeftijd was 25,2 jaar. De meerderheid was blank (77,9%) en meer dan de helft gaf aan niet religieus te zijn (58,7%). De meeste deelnemers waren heteroseksueel (88,7%), en twee derde had een partner (7,2% getrouwd, 36,2% samenwonend, 24,9% niet samenwonend). Ongeveer een derde was single. Het opleidingsniveau was hoog, met 45,9% een bachelordiploma en 38,7% een universitaire graad.
Dit onderzoek kaderde in de masterproef van Britt Schoonjans aan de Universiteit Antwerpen voor het behalen van een Master in de Verpleeg- en Vroedkunde in het kader van haar functie als hoofdvroedvrouw in het UZ Brussel (Brussels IVF).
Het volledige artikel staat hier.