Leverbiopsie - Gastrologie-enterologie - Maag-, darm- en leverziekten

Leverbiopsie

Het onderzoek

Bij een leverbiopsie nemen we een stukje weefsel uit de lever weg voor microscopisch onderzoek. Dit onderzoek kunnen we op twee manieren uitvoeren:

  • Aanprikken langs de huid (percutaan): De arts brengt de lever via echografie of CT-scan in beeld. Er wordt een plaatselijke verdoving ingespoten ter hoogte van de huid en onderhuidse lagen, waarna de biopsienaald in de lever wordt gebracht.
  • Aanprikken via de bloedvaten (transjugulair/transfemoraal): na lokale verdoving prikken we een ader in de hals of in de lies aan. Nadien voeren we een katheter op tot aan een bloedvat van de lever. Door deze katheter wordt een naald in de lever gebracht waardoor een stukje weefsel kan worden weggenomen. We kiezen hiervoor bij stollingsproblemen, ascites (vochtophoping in de buik) en als tegelijkertijd een drukmeting van de aders van de lever moet gebeuren.

Voorbereiding

De dag van het onderzoek wordt u opgenomen via de dagkliniek.

  • Stop met eten, drinken of roken 8 uur voor het onderzoek. Om het onderzoek correct te laten verlopen, is het belangrijk om nuchter naar het ziekenhuis te komen.
  • Bespreek uw medicijngebruik: In overleg met uw arts moet u eventuele bloedverdunners stoppen voor het onderzoek.
  • Er wordt een bloedafname voorzien (stolling) als er geen recente resultaten bekend zijn.
  • Een perifere intraveneuze katheter wordt geplaatst.
  • De verpleegkundige vraagt u om een operatiehemd aan te trekken.

Verloop van het onderzoek

  • Aanprikken langs de huid (percutaan):
    • De arts brengt de lever in beeld met een echografie of CT-scan. Dit gebeurt op de dienst Gastro-enterologie of Radiologie.
    • De huid wordt lokaal ontsmet en u krijgt een lokale verdoving.
    • De arts maakt een kleine incisie in de huid waarna de biopsienaald in de lever gebracht wordt en het biopt wordt genomen. Meestal is het nodig om een tweede biopt te nemen zodat er voldoende weefsel is voor microscopisch onderzoek.
    • We kleven een verband ter hoogte van de punctieplaats en u gaat op uw rechterzijde liggen.
       
  • Aanprikken via de bloedvaten (transjugulair/transfemoraal):
    • Deze procedure wordt uitgevoerd door de collega’s van de dienst Interventionele radiologie.
    • Ter hoogte van de hals of de lies wordt de huid ontsmet en verdoofd.
    • Hierna wordt een katheter in de ader geschoven. Langs deze katheter wordt een voerdraad ingebracht. Via deze voerdraad brengt men met behulp van RX-stralen de naald op de juiste locatie.
    • Met behulp van deze naald wordt een stukje leverweefsel weggenomen.
    • De naald, voerdraad en katheter worden verwijderd en er wordt een verband aangebracht ter hoogte van de punctieplaats.

Na het onderzoek

Na het onderzoek gaat u opnieuw naar uw kamer op de dagkliniek. De verpleegkundige verzorgt u hier verder.

  • Aanprikken langs de huid (percutaan) leverbiopt:
    • U moet minstens 2 uur op de rechterzij liggen (compressie). Nadien moet u nog minstens 1 uur op de rug liggen. De tijd dat u in bed moet blijven, kan eventueel nog aangepast worden door de uitvoerende arts.
    • De verpleegkundige meet regelmatig uw bloeddruk en pols.
    • Als er na de punctie wat pijn optreedt, krijgt u pijnstilling. Bij blijvende of toenemende pijn gebeurt verder onderzoek.
    • Voor ontslag controleren we het verband nog.
    • U krijgt een vervolgafspraak om de resultaten van de biopsie te bespreken.
  • Aanprikken via de bloedvaten (transjugulair/transfemoraal) leverbiopt:
    • Afhankelijk van waar u werd aangeprikt (hals of lies) moet u nog enkele uren in een half zittende of liggende houding blijven na het onderzoek.
    • De verpleegkundige meet regelmatig uw bloeddruk en pols.
    • Voor ontslag controleren we het verband op nabloedingen.
    • U krijgt een vervolgafspraak om de resultaten van de biopsie te bespreken.