Gastroscopie
Bij een gastroscopie onderzoekt de arts de binnenkant van de slokdarm, de maag en het eerste deel van de dunne darm (duodenum) om onregelmatigheden op te sporen. De arts maakt hierbij gebruik van een gastroscoop (een dunne flexibele buis met een camera die ongeveer de doorsnede heeft van een vinger) die via de keel wordt binnengebracht. Het is mogelijk dat de arts kleine stukjes weefsel wegneemt voor onderzoek.
Voor het onderzoek
- Bespreek uw medicijngebruik: Als u medicijnen gebruikt, is het belangrijk om afspraken te maken met uw arts over hoe u uw medicijnen tijdens, voor en na het onderzoek moet gebruiken.
- Vermeld allergieën en ernstige hart- en longziekten aan de arts die het onderzoek uitvoert.
- Stop met eten, drinken en roken vanaf 8 uur voor het onderzoek. Het onderzoek kan alleen goed uitgevoerd worden wanneer uw slokdarm en maag volledig leeg zijn.
Het onderzoek
Tijdens het onderzoek ligt u op uw linkerzij. Het onderzoek duurt gemiddeld 7 minuten. Een gastroscopie kan als onaangenaam ervaren worden, maar is pijnloos. Tijdens het onderzoek wordt u verdoofd. Er zijn 3 mogelijkheden:
Voor de start van het onderzoek legt de verpleegkundige of arts het verloop van het onderzoek uit. Als u kiest voor verdoving, moet u een toestemmingsformulier tekenen en met een begeleider naar het onderzoek komen.
- Lokale verdoving
U krijgt een licht verdovende keelspray toegediend.
- Lichte verdoving
Via een infuus krijgt u een kalmerend geneesmiddel dat ervoor zorgt dat u zich meer ontspannen voelt. Het effect ervan verschilt van persoon tot persoon. Sommige patiënten vallen in slaap, terwijl anderen alleen wat versuft zijn. U bent wel nog in staat om aanwijzingen van de arts op te volgen.
- Diepere verdoving
U kan ook kiezen voor een diepere verdoving (sedatie). Dit moet u op voorhand bespreken met uw arts. Bij diepere verdoving bent u volledig in slaap en merkt u niets van het onderzoek. Daarom is een consultatie met een anesthesioloog vooraf nodig.
Na het onderzoek
- De arts bespreekt met u het resultaat van uw onderzoek.
- Als de arts u toelating geeft voor uw ontslag, mag u het ziekenhuis verlaten.
- Na het onderzoek, ongeacht sedatie of niet, moet u nog 30 minuten wachten met eten of drinken omdat uw keel nog verdoofd is.
- Als u verdoving kreeg, mag u niet zonder begeleiding het ziekenhuis verlaten. Door de toegediende geneesmiddelen kunnen uw reflexen nog vertraagd zijn. U mag de rest van de dag geen voertuigen besturen.
Nevenwerkingen
Het is mogelijk dat u één of meerdere nevenwerkingen ervaart zoals:
- Keelpijn
- Opboeren
- Slaperigheid, duizeligheid of hoofdpijn in geval sedatie.
Dit zijn bekende gevolgen van het onderzoek en gaan voorbij. Als de klachten toch blijven of als u hevige pijn, bloedingsverschijnselen of koorts hebt, neem dan contact op met uw arts of huisarts.