Hoe kom je de feestdagen door met een eetstoornis?
20 december 2023Kerstmis 2021. Ik ben 15 jaar en verbleef net drie maanden in het ziekenhuis omdat ik een eetstoornis heb. Het vieren van Kerst verloopt moeizaam. Met mijn ouders en oma gaat het nog. Maar zodra de groep groter wordt, krijg ik het steeds moeilijker. Het lijkt alsof ze voortdurend naar me kijken en denken: “Amai, ze is al zo dik, en toch blijft ze eten”.
Die angst om dik te zijn of als dik gezien te worden, begon toen ik 14 was, midden in de coronapandemie. De angst was overweldigend en belemmerde me om te eten. Drie korte opnames bleken niet genoeg. “Blijf nu maar hier tot we plaats hebben in een gespecialiseerde eetkliniek”, was het advies. Ik had ‘geluk’. Ondanks de lange wachtlijsten kreeg ik na een (lange) maand het nieuws dat ik een plaats had. In december 2021, na drie maanden opname, mocht ik naar huis om van daaruit verder behandeld te worden. Sindsdien leef ik met mijn eetstoornis.
Kerstmis vandaag
Het gaat beter dan toen. Maar het is met ups en downs. En leven met een eetstoornis tijdens de kerstperiode is nog moeilijker. De innerlijke dialoog is zeer actief: “Oh nee, wat ga ik eten? Wat staat er op het menu? …”
Geen frietjes of kroketjes, maar zelf een aardappel koken.
Niet meegaan in de flow van de dag: aperitieven, voorgerecht, hoofdgerecht, dessert en dan bekomen van het vele eten.
Wel (proberen) de richtlijnen en het eetschema van het ziekenhuis te volgen: 6 keer eten per dag, 3 hoofdmaaltijden, 3 tussendoortjes. Daar was ik voortdurend mee bezig. Niet met het tellen van de calorieën zoals iedereen denkt. Maar met hoeveel en wanneer eten zij en wat dan met mij? Ik zag mezelf als de dikste van allemaal.
Genieten van het moment is moeilijk
En toch is het precies wat ook wij willen doen. Wij, die kampen met een eetstoornis, willen gezien worden als volwaardige mensen die ook willen genieten en feestvieren. Ook voor de persoon met een eetstoornis moet de dag in het teken staan van feestvieren met de familie. Alleen lukt het ons niet altijd goed, maar we willen wel.
Voordat ik zelf een eetstoornis had, dacht ik dat mensen met anorexia niet wilden eten. Maar dat was bij mij niet het geval. Ik wou wel eten, maar ik was gewoon zo bang om bij te komen, om dik te worden.
En daardoor durfde ik niet meer te eten.
Eten associeer(de) ik met dik worden. Als ik aan het eten ben, merk ik die blikken van “ah oké, ze eet wel”. Maar zo gemakkelijk is het niet. Ik wil eten. Ik wil genieten. Maar het zijn de gedachten in mijn hoofd die het zo moeilijk maken.
Tips voor het leven tijdens de feestdagen met een eetstoornis
Maak concrete afspraken en vermijd verrassingen. Over wie er komt, over wat er op het menu staat. Zo kan je zelf al eens oefenen en je erop voorbereiden. Net daarom is die vertrouwde omgeving zo belangrijk. Als ik het vier met mijn ouders en oma, kiezen zij het menu. Ze kennen mij dus ze houden rekening met me. Maar als ik in een grotere groep vier, buiten mijn gezin, dan heb ik daar veel minder controle op.
Daarom is het ook belangrijk voor de familie om er goed over te communiceren naar de buitenwereld. Te zeggen wat het is en wat het niet is. En ons niet anders te behandelen dan voorheen.
Net zoals mensen met kanker willen ook wij ons oude leven terug opnemen en niet gezien worden als iemand anders of minder. Ik ben nog altijd gewoon Jolien.
Jolien
Een eetstoornis is een ernstige aandoening die ontstaat door een complex samenspel van erfelijke en biologische factoren, persoonlijkheidskenmerken, sociaal-culturele invloeden en stressvolle gebeurtenissen (zoals trauma, verlieservaringen, spanningen in het gezin, school- en/of vriendendruk, vroege puberteit, enzovoort).
Factoren die mensen kunnen kwetsbaar maken voor het ontwikkelen van een eetstoornis zijn onder andere:
- Een negatief lichaamsbeeld
- Een intense ontevredenheid met zichzelf
- Een sterke behoefte aan controle
- Een hoge mate aan perfectionisme
De ondervoeding die optreedt bij een eetstoornis kan leiden tot psychische effecten zoals vermoeidheid, prikkelbaarheid, apathie, emotionele schommelingen, starre denkpatronen en depressieve klachten. Dit draagt bij aan het in stand houden van de eetstoornis, waardoor er een vicieuze cirkel ontstaat.
In België ontwikkelt 3,5% van de volwassenen een eetstoornis, waarbij vrouwen vaker getroffen worden (5,2%) (Preti et al., 2009). Volgens de meest recente nationale gezondheidsenquête van Sciensano in 2018 meldt 7,2% van de bevolking van 15 jaar en ouder signalen van een eetstoornis (8,6% bij vrouwen en 5,7% bij mannen). Vooral de jongste leeftijdsgroep, tussen 15 en 24 jaar, rapporteert het vaakst signalen (13,7%). Deze cijfers komen overeen met die van 2013. (Gisle et al., 2020).
De Eetkliniek-PAIKA UZ Brussel richt zich op de behandeling van jonge patiënten (10 tot 15 jaar) met een eetstoornis. Het stepped care-model omvat ambulante zorg, opname op pediatrie met intensieve opvolging door het eetkliniekteam en kinderpsychiatrische opname. Sinds de coronapandemie merken we, zowel bij volwassenen als jongeren, een sterke toename van het aantal eetstoornissen, voornamelijk anorexia nervosa waardoor de wachtlijsten in de sector nog nooit zo lang zijn geweest.