Bijschildklierscintigrafie - Nucleaire geneeskunde

Bijschildklierscintigrafie

Een bijschildklierscintigrafie geeft informatie over mogelijke afwijkingen aan de bijschildklieren. Bij dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van twee radioactieve stoffen. De radioactiviteit van deze stoffen is minimaal, niet schadelijk en blijft slechts tijdelijk in het lichaam.

Voorbereiding

In voorbereiding op dit onderzoek moet u bepaalde medicijnen stoppen.

  • Een behandeling met schildkliermedicatie (zoals L-Thyroxine®) moet u 2 à 3 weken op voorhand stoppen.
  • Medicatie met een remmende werking op de schildklier (zoals Strumazol®) moet u 10 dagen op voorhand stoppen.
  • In de afgelopen 6 weken mag u geen scan met jodiumhoudend contrastmiddel hebben ondergaan (CT-scan, angiografie, coronarografie).
  • Het gebruik van Cordarone® moet u steeds melden, maar mag u niet stoppen zonder overleg met de arts.

U hoeft niet nuchter te zijn.

Het onderzoek

Bij aankomst op de afdeling meldt u zich aan bij de balie met het voorschrift of de aanvraag van uw behandelende arts. Bij zwangerschap (of kans op zwangerschap) moet u dit steeds melden bij de balie en de verpleegkundige. Als u borstvoeding geeft, moet u de melk gedurende 48 uur afkolven en weggooien.

  1. Via een bloedvat dienen we de eerste radioactieve stof toe.
  2. Vervolgens mag u de afdeling verlaten.
  3. Eén uur later komt u terug voor de toediening van het tweede product.
  4. Aansluitend worden twee beeldopnames gemaakt. De eerste opname duurt 10 minuten en de tweede 30 minuten.

Het volledige onderzoek duurt 3 uur.

Na het onderzoek

Het resultaat van het onderzoek is niet onmiddellijk beschikbaar. De arts bekijkt de beelden en bezorgt ze nadien, samen met een verslag, aan uw behandelende arts. Uw arts bespreekt de resultaten met u op een volgende consultatie.

< Terug