Hydrocefalie (waterhoofd)
Hydrocefalie is een aandoening gekenmerkt door een toename van de hoeveelheid cerebrospinaal vocht in een groter wordend ventrikelsysteem (vochtkamers in de hersenen). Dit veroorzaakt een verhoogde intracraniale druk.
Bij zuigelingen
Zuigelingen met hydrocefalie vertonen:
- Een abnormaal vergrote schedelomtrek
- Een gespannen en gebombeerde fontanel
- Een opvallende stand van de ogen (het zogenoemde zonsondergangfenomeen)
- Prikkelbaarheid
- Moeilijkheden bij het drinken
Bij oudere kinderen
Wanneer de schedelnaden gesloten zijn, treden symptomen van verhoogde intracraniële druk op:
- Hoofdpijn
- Braken
- Verminderd bewustzijn
- Verminderd gezichtsvermogen
- Epileptische aanvallen
Blijft een verhoogde intracraniele druk lange tijd aanwezig, dan lopen de hersenen en de optische zenuwen schade op, wat uiteindelijk leidt tot blindheid of zelfs de dood.
De aandoening komt voor in twee vormen
- Bij een obstructieve hydrocefalie kan het cerebrospinale vocht zijn afvoerweg niet volgen door de aanwezigheid van een tumor, cyste of misvorming. De behandeling bestaat, waar mogelijk, uit het verwijderen van de obstructie (verwijderen van een tumor bijvoorbeeld). Een alternatieve behandeling kan zijn om het vocht via een andere route af te leiden bijvoorbeeld door middel van een endoscopische ventriculostomie of shunt.
- Niet-obstructieve hydrocefalie wordt veroorzaakt door aantasting van de natuurlijke gebieden waar het cerebrospinale vocht wordt gereabsorbeerd, meestal door een bloeding of infectie. Bij prematuren bestaat een verhoogd risico op intracraniële bloedingen. Hier is een behandeling met een shunt aangewezen. De shunt is een siliconenkatheter die de cerebrospinale vloeistof van de ventrikels naar meestal de buik afleidt.