Chronische lymfatische leukemie (CLL)

CLL is de meest frequente vorm van leukemie in het Westen. De ziekte is in het begin vaak asymptomatisch. Dat wil zeggen dat de patiënt geen symptomen heeft en niet weet dat hij/zij ziek is. Vaak wordt de diagnose toevallig gesteld aan de hand van een routine bloedonderzoek. Uit dit onderzoek blijkt dan een toename van de lymfocyten (een ‘lymfocytose’) en verder onderzoek (immunofenotypering) bevestigt dan de diagnose.

Behandeling

Omdat CLL voorlopig nog beschouwd wordt als ongeneeslijk, wordt in het begin vaak afgewacht met behandeling als er geen symptomen zijn. De hematologen hanteren criteria om dan toch met behandelen te starten als dat nodig is, volgens die criteria. Andere tekens van ziekte zijn klierzwellingen en een vergroting van de milt (splenomegalie). Er is ook een verhoogde gevoeligheid voor infecties door een verzwakking van het immuunsysteem.

Er bestaan verschillende efficiënte behandelingsopties voor CLL:

  • Immuno-chemotherapie (combinatie rituximab + fludarabine + cyclofosfamide of rituximab + bendamustine)
  • Ibrutinib (Imbruvica)
  • Chloorambucil + rituximab of obinotuzumab

Prognose

Na een fase van behandelen volgt meestal een lange behandelingsvrije episode die meerdere jaren kan duren (de zogenoemde ‘remissiefase’). De prognose van CLL is uitstekend met een levensverwachting voor de meerderheid van de patiënten die over de 15-20 jaar gaat.