Common Variable Immune Deficiency (CVID)
Probleem
CVID wordt veroorzaakt door een laag gehalte aan antilichamen (IgG, IgA en/of IgM).
Oorzaak
De B-cellen zijn niet in staat om voldoende antilichamen te maken. Dit kan aan de B-cellen zelf liggen, maar ook aan de T-cellen die de B-cellen ondersteunen tijdens dit proces.
Klachten
- Herhaalde oor-, sinus- en luchtweginfecties, die zowel door virussen als bacteriën ontstaan
- Ook vermoeidheid is een typische klacht bij patiënten met CVID
- Andere mogelijke klachten zijn:
- Diarree
- Astma
- Moeilijke eter
- Slechte groei
- Gezwollen lymfeknopen
1 op 5 patiënten krijgt klachten voor ze 16 jaar zijn.
Diagnose
De diagnose van CVID kan pas gesteld worden wanneer de patiënt ouder dan 5 jaar is.
Wanneer het probleem al ontstaat tijdens de ontwikkeling van de B-cellen, kan dit worden aangetoond via een bloedafname.
Verder kan de arts gebruikmaken van een pneumokokkenvaccinatie, waarbij er te weinig antilichamen tegen het vaccin worden aangemaakt indien de patiënt CVID heeft.
Behandeling
De behandling bestaat uit immunoglobuline substitutietherapie, soms in combinatie met antibiotica. In sommige gevallen is het mogelijk om alleen antibiotica te geven, hetgeen extra bescherming geeft tegen bacteriële infecties.
Zowel immunoglobuline substitutietherapie als antibiotica zijn belangrijk om infecties onder controle te houden en dragen bij tot een verbeterde levenskwaliteit van de kinderen.